Onderwijs- en examenreglement 2022-2023
Onderwijs- en Examenreglement
Dit onderwijs- en examenreglement is van toepassing op alle studenten die zijn ingeschreven voor de masteropleidingen van Antwerp Management School. De academische directeur van elke opleiding mag, in overleg met de decaan, aanvullende reglementen ter beschikking stellen op het niveau van een individuele opleiding.
Dit onderwijsreglement is geldig voor alle masteropleidingen in het academiejaar 2022- 23.
DEEL I – ONDERWIJSREGLEMENT
Artikel 1 – Indeling van het academiejaar
Het academiejaar 2022-2023 zal worden ingericht van 5 september 2022 tot 30 september 2023. Deze termijn kan worden verlengd.
Artikel 2 – Opleidingen en onderwijsorganisatie
- De directie van de school legt jaarlijks voor 1 mei van het voorafgaande academiejaar de lijst van aangeboden opleidingen en afstudeerrichtingen vast, alsook de verschuldigde studiegelden voor elke opleiding.
- De programmaleiding beschrijft voor elke opleiding de toelatingsvoorwaarden en – procedure, de inhoud en de doelstellingen van de opleiding, de begin- en eindcompetenties, en de opleidingsonderdelen.
- De beschrijving van de opleidingsonderdelen wordt voor de aanvang van het academiejaar definitief bekend gemaakt.
- De onderwijstaal wordt gespecifieerd per opleiding. De taal van het examen is de onderwijstaal van de opleiding of het opleidingsonderdeel. Voor schriftelijke proeven, inclusief de masterproef, kan de academic director een gemotiveerde uitzondering toestaan.
- De academic director beslist over de toekenning van vrijstellingen op basis van bewijzen van bekwaamheid (EVC’s), creditbewijzen of eerder verworven kwalificaties (EVK’s).
Artikel 3 – Inschrijvingen
- Deelnemers zijn ingeschreven voor een opleiding, en/of individuele
opleidingsonderdelen. - Deelnemers sluiten door hun inschrijving met Antwerp Management School een toetredingsovereenkomst af waarin de keuze voor een diploma-, examen- en/of creditcontract wordt vastgelegd. Het studieprogramma van het academiejaar maakt deel uit van de toetredingsovereenkomst, alsook de studiegelden en de wijze van
betaling. - Een inschrijving voor een fulltime masteropleiding geldt voor één academiejaar, een inschrijving voor een executive masteropleiding geldt voor twee jaar.
- Indien een deelnemer er niet in slaagt zijn/haar opleiding te voltooien binnen de normale tijdsduur, kan hij/zij éénmaal een nieuwe inschrijving krijgen, mits instemming van de programmaleiding, en na formele toestemming van de examencommissie. De duurtijd van de nieuwe inschrijving is dezelfde als die van de oorspronkelijke inschrijving. Maatregelen ter bewaking van de studievoortgang kunnen steeds worden opgelegd.
- Slechts in uitzonderlijke omstandigheden, en na voorlegging door de deelnemer van een gemotiveerd dossier aan de examencommissie, kan een deelnemer daarna nogmaals een inschrijving verkrijgen voor dezelfde opleiding.
Artikel 4 – Klachten
Bij klachten betreffende het onderwijs is in eerste instantie de academic director en in tweede instantie de associate dean education of diens vertegenwoordiger het aanspreekpunt. Het ombudsteam kan zo nodig als bemiddelaar optreden.
Artikel 5 – Gebruik en verspreiding van onderwijs- en studiemateriaal
- Wanneer bij een opleidingsonderdeel geluids- en/of beeldopnamen van onderwijsactiviteiten worden gemaakt die de docent gebruikt voor rechtstreekse uitzending, video-conferencing, plaatsing op leerplatformen en/of evaluatie en feedback, kunnen studenten dit niet aanvechten, maar elke student heeft het recht om te vragen om niet in beeld te worden gebracht. Studenten worden vooraf in de planning verwittigd van de opname.
- Het is niet toegelaten om geluids- en/of beeldopnamen van de onderwijs- of examenactiviteiten te maken, tenzij met uitdrukkelijke toestemming van de titularis van het opleidingsonderdeel. Ook bij toestemming kan het opnamemateriaal enkel gebruikt worden voor didactische doeleinden voor de student zelf. Verspreiding van opnamemateriaal in om het even welke vorm is enkel mogelijk mits uitdrukkelijke toestemming van de titularis en/of de auteur. Commercieel gebruik van opnamemateriaal is steeds verboden.
- Het is niet toegelaten om (delen van) studiemateriaal (bv. cursusteksten, slides, oefeningen, voorbeelden examenvragen) dat iemand in het kader van zijn/haar opleiding gratis of tegen betaling heeft verkregen, digitaal of op andere wijze te multipliceren en aan anderen gratis of tegen betaling ter beschikking te stellen, tenzij met uitdrukkelijke toestemming van de auteur; commercieel gebruik door studenten van studiemateriaal is steeds verboden.
DEEL II – EXAMENREGLEMENT
Artikel 6 – Examenvormen en –organisatie
- Bij de aanvang van het opleidingsonderdeel deelt de lesgever aan de deelnemers mee wanneer en op welke wijze zij geëvalueerd worden en op welke wijze het examenresultaat bepaald wordt, inclusief het gewicht van de verschillende onderdelen van de evaluatie, als die er zijn. Evaluaties en examens kunnen gedurende het hele academiejaar worden georganiseerd.
- Deelnemers krijgen in de loop van eenzelfde academiejaar maximaal twee kansen voor elk examen of examenonderdeel van een opleidingsonderdeel. Tussen de eerste en de tweede examenkans moet een redelijke voorbereidingstijd liggen van minstens drie weken. In onderling overleg en met goedkeuring van alle partijen mag deze termijn aangepast worden.
- Van een opleidingsonderdeel waarvan het examen uit twee of meer examenonderdelen bestaat, deelt de lesgever bij de aanvang van het opleidingsonderdeel aan de deelnemers mee of, en in voorkomend geval onder welke voorwaarden, zij de resultaten voor bepaalde examenonderdelen kunnen behouden voor de tweede examenkans indien zij niet zouden slagen voor het volledige opleidingsonderdeel.
- De programmaleiding maakt bij de start van het academiejaar bekend welke opleidingsonderdelen door hun specifieke aard geen mogelijkheid bieden voor een tweede examenkans tijdens hetzelfde academiejaar. In het geval dat een deelnemer deze tweede examenkans voor een opleidingsonderdeel wil opnemen, moet hij/zij zich voor dat onderdeel opnieuw inschrijven in een volgend academiejaar.
- Een deelnemer die voor een opleidingsonderdeel een creditbewijs behaalt na de eerste examenkans, krijgt voor dat opleidingsonderdeel geen tweede examenkans.
- Een deelnemer heeft na de bekendmaking van de examenresultaten het recht op inzage van de eigen schriftelijke examens en op een bespreking van het examen met de docent.
- Indien een deelnemer wegens overmacht verhinderd is aan één of meer examens deel te nemen, moet hij/zij dit voor het examen melden aan de programmaleiding en achteraf deze overmacht met bewijsstukken staven. De programmaleiding gaat na of de deelnemer op een andere datum nog examen kan afleggen.
- Een deelnemer die niet deelneemt aan de eerste examenkans, behalve in het geval onder punt 14.8 hierboven, wordt voor dat opleidingsonderdeel verwezen naar de tweede examenkans.
- Een deelnemer wordt door zijn inschrijving automatisch voor de eerste examenkans geregistreerd. Indien een deelnemer niet slaagt voor de eerste examenkans is hij/zij automatisch geregistreerd voor de tweede examenkans, behalve indien deze niet tijdens hetzelfde academiejaar plaatsvindt.
- Deelnemers met een bijzonder statuut (o.a. topsporter, kunstenaar, ondernemer) of met een functionele of leerbeperking, kunnen afwijkingen in examenvormen en -organisatie verkrijgen, voor zover de onderwijsorganisatie dit toelaat. Zij dienen hiertoe een aanvraag in bij het begin van het academiejaar, welke individueel zullen beoordeeld worden door de programmaleiding.
Artikel 7 – Ombudsdienst
- De ombudsdienst wordt verzorgd door één of meerdere ombudspersonen. De ombudspersoon treedt op als contactpersoon en bemiddelaar voor onderwijs- en examenproblemen. In het bijzonder is zij/hij de aangewezen bemiddelaar tussen de docenten en de deelnemers. Op gemotiveerde vraag van een docent of een deelnemer woont de ombudspersoon, of een door de voorzitter van de examencommissie aangewezen lid van de examencommissie, het examen bij.
- Een ombudspersoon wordt voor ten minste één academiejaar aangewezen door de decaan. Een ombudspersoon treedt niet op als bemiddelaar bij geschillen omtrent opleidingsonderdelen waarbij zij/hij betrokken is.
- Teneinde zijn/haar taak naar behoren te kunnen vervullen, heeft een ombudspersoon, ook vóór de bijeenkomst van de examencommissie, recht op inlichtingen betreffende elk examen van de opleiding waarvoor zij/hij optreedt. Zij/hij is evenwel tot geheimhouding verplicht.
- Nadat alle tweede examenkansen van het academiejaar zijn afgewerkt, maakt het ombudsteam een verslag op van de eventuele moeilijkheden die gerezen zijn en bezorgt dit verslag aan het decanaat.
Artikel 8 – Examencommissies
- De academic council stelt bij aanvang van het academiejaar twee
examencommissies aan, één voor de fulltime masteropleidingen en één voor de executive masteropleidingen. - Beide examencommissies worden voorgezeten door de associate dean education. Hij/zij is niet stemgerechtigd.
- Iedere opleiding of afstudeerrichting is vertegenwoordigd door één stemgerechtigd lid, namelijk de academische directeur of zijn/haar plaatsvervanger.
- Niet-stemgerechtigde waarnemers mogen uitgenodigd worden om de vergaderingen van de examencommissie bij te wonen.
- De leden van de examencommissie zijn verplicht de deliberatievergaderingen bij te wonen. Indien zij verhinderd zijn, verwittigen zij de voorzitter van de examencommissie en kan een plaatsvervanger worden aangeduid.
- Aan het einde van de masteropleiding verklaart de examencommissie of de deelnemer al dan niet geslaagd is voor het geheel van die opleiding en bepaalt ze de graad van verdienste waarmee het diploma wordt toegekend.
- De deliberaties van de examencommissies zijn geheim. Vergaderingen kunnen zowel fysiek als elektronisch worden georganiseerd.
- Wanneer geen consensus wordt bereikt over het slagen of over de graad van verdienste van een deelnemer, beslist de examencommissie bij meerderheid vanstemmen van de aanwezige leden, met blanco’s, onthoudingen en ongeldige stemmen niet inbegrepen. De stemming is schriftelijk en geheim. Bij staking van stemmen wordt in het voordeel van de deelnemer beslist.
- Alle beslissingen van de examencommissie worden afdoende gemotiveerd en genoteerd in een deliberatieverslag. Dit verslag, inclusief de lijst van de aanwezigen, afwezigen en verontschuldigde leden, wordt aan de decaan bezorgd.
Artikel 9 – Examenresultaten en credtbewijzen
- De examenresultaten worden per opleidingsonderdeel vastgelegd in gehele getallen tot een maximum van 20. Om het resultaat te berekenen, zijn de gebruikelijke afrondingsregels van toepassing (x,01 tot x,49 worden x, en x,50 tot x,99 worden x+1).
- Resultaten behaald ten gevolge van een tweede examenkans worden gecorrigeerd met een aftrek van 2 punten. Een resultaat van 10 punten of meer mag echter nooit gecorrigeerd worden naar minder dan 10. Op deze regel kan een uitzondering worden gemaakt voor de masterprojecten.
- De wijze en de datum van bekendmaking van de resultaten worden bij het begin van het academiejaar aan de deelnemers meegedeeld.
- Eenmaal meegedeeld worden de resultaten als definitief beschouwd, tenzij er aantoonbare vergissingen worden vastgesteld. De programmaleiding beoordeelt de vergissing en voert onmiddellijk de nodige correcties uit indien de vergissing ontvankelijk wordt verklaard.
- Wie slaagt voor een bepaald opleidingsonderdeel verdient een creditbewijs voor het desbetreffende opleidingsonderdeel. Het creditbewijs blijft onbeperkt geldig binnen de opleiding waar dit werd behaald. De school kan een actualiseringsprogramma opleggen wanneer ten minste een termijn van drie kalenderjaren verstreken is sinds het behalen van het creditbewijs. Die termijnwordt berekend vanaf de eerste dag van het academiejaar dat volgt op hetacademiejaar waarin het creditbewijs werd behaald.
Artikel 10 – Deliberaties en graadbepaling
- Een deelnemer kan voor het geheel van de opleiding slechts geslaagd worden verklaard als hij/zij alle examens heeft afgelegd die horen bij dat geheel, vrijstellingen niet meegerekend.
- Het eindtotaal van een deelnemer is een gewogen gemiddelde van de examenresultaten die de deelnemer behaalde op de opleidingsonderdelen van zijn/haar opleiding. Voor het berekenen van het eindtotaal worden de studiepunten
van de corresponderende opleidingsonderdelen gebruikt als gewichten van de examenresultaten. - Het eindtotaal wordt uitgedrukt in gehele punten op 100. Indien een deelnemer voor hetzelfde opleidingsonderdeel meer dan één examenresultaat heeft behaald, wordt het beste examenresultaat meegeteld voor de berekening van het eindtotaal.
- Een deelnemer die een eindtotaal van minder dan 50 op 100 heeft behaald, kan nooit geslaagd worden verklaard voor zijn/haar studieprogramma.
- Een deelnemer is geslaagd voor het geheel van zijn/haar opleiding als hij/zij voor alle vereiste opleidingsonderdelen, vrijstellingen niet meegerekend, een creditbewijs heeft behaald.
- De examencommissie kan een deelnemer die niet voor alle opleidingsonderdelen een creditbewijs heeft behaald, toch geslaagd verklaren indien zij gemotiveerd van oordeel is dat de deelnemer de doelstellingen van de opleiding globaal toch verwezenlijkt heeft en indien aan tenminste één van de volgende voorwaarden is voldaan:
- de gezamenlijke studieomvang uitgedrukt in studiepunten, van de opleidingsonderdelen waarvoor de deelnemer geen creditbewijs heeft behaald, vrijstellingen niet meegerekend, is ten hoogste 10 procent van de studieomvang van de opleiding, en het tekort voor de betreffende opleidingsonderdelen is niet lager dan 7 op 20;
- de deelnemer heeft een tekort op slechts één opleidingsonderdeel, de masterproef niet meegerekend, en het tekort voor de betreffendeopleidingsonderdelen is niet lager dan 7 op 20;
- voor scores van 7 op 20 of lager kan een deliberatie slechts uitzonderlijk toegekend worden, op voorwaarde dat deze grondig wordt gemotiveerd en na een meerderheid bij anonieme stemming. Bij staking van stemmen wordt de deliberatie aanvaard. - De examencommissie kent slechts een graad van verdienste toe indien een deelnemer geslaagd is voor de opleiding.
- De examencommissie van de opleiding kent de graad van verdienste toe aan het diploma op basis van de totaalscore van een deelnemer.
De volgende graden van verdienste worden toegekend:
− voldoende wijze: eindtotaal van 50 tot 67 behaalde punten op 100;
− onderscheiding: eindtotaal van 68 tot 77 behaalde punten op 100;
− grote onderscheiding: eindtotaal van 78 tot 84 behaalde punten op 100;
− grootste onderscheiding: eindtotaal vanaf 85 behaalde punten op 100. - De examencommissie kan slechts bij hoge uitzondering, na uitvoerige motivatie, en met eenparigheid van stemmen, blanco's, onthoudingen en ongeldige stemmen niet meegerekend, afwijken van de bepalingen in punt 19.8.
- Wanneer een deliberatie werd toegekend, kan de examencommissie op een gemotiveerde wijze de behaalde graad van de betrokken student met maximaal één graad verlagen.
Artikel 11 – Fraude
- Als fraude wordt beschouwd het bedrog bij het afleggen van examens alsook andere onregelmatigheden die van aard kunnen zijn de uitslag van het examen te beïnvloeden. Ook het bezit binnen de examenruimte van middelen waarmee fraude kan worden gepleegd, wordt als fraude beschouwd, zelfs als dit slechts achteraf mocht worden vastgesteld.
- Wie fraude vaststelt moet onmiddellijk de voorzitter van de ethische commissie en de ombudsdienst hierover informeren.
- Klachten in verband met fraude worden behandeld door de ethische commissie volgens de regels vastgelegd in de Gedragscode.
Artikel 12 – Intern beroep
- Een deelnemer die een klacht heeft over het verloop van een examen of die een examenresultaat betwist, kan beroep doen op bemiddeling door de programmaleiding en/of de ombudsdienst. Enkel indien een bespreking van het examen met de betrokken docent, eventueel na bemiddeling, niet het gewenste effect heeft, kan de deelnemer beroep indienen bij de voorzitter van de examencommissie. Dit beroep moet ingediend worden binnen 10 kalenderdagen na de organisatie van het examen, of 5 kalenderdagen na de bekendmaking van de examenresultaten. Die laatste termijn kan verlengd worden indien er een bemiddelingspoging tussen lesgever en deelnemer gepland wordt.
- Alle intern aangetekende beroepen leiden op gemotiveerde wijze tot een bevestiging van de oorspronkelijke beslissing of tot een herziening van deze beslissing.
- Indien een deelnemer een beslissing van de examencommissie andere dan de beslissingen behandeld onder 21.1 en 21.2 betwist, kan hij/zij een schriftelijk verzoek tot heroverweging van de beslissing instellen bij de voorzitter van de beroepscommissie. Dit verzoek wordt ingesteld binnen een vervaltermijn van 10 kalenderdagen die ingaat op de dag na de bekendmaking van de beslissingen van de examencommissie.
- De deelnemer die een beroep indiende zal een beslissing van de
examencommissie of de beroepscommissie ontvangen binnen 15 kalenderdagen nadat het beroep werd ingediend.