Het realiseren van de beruchte 80% tewerkstelling, het betaalbaar houden van de pensioenen, competitief blijven in een economie waarin flexibiliteit en snelheid codewoorden zijn: allemaal redenen om werk te maken van een meer flexibele arbeidsmarkt, langere loopbanen en het tegengaan van langdurige werkloosheid. De waarom lijkt duidelijk – toch voor de beleidsmakers. Maar als we spreken over de ‘sociaaleconomische hervormingen van de eeuw’ dan dringt de nood aan een mobiliserend verhaal zich op.
Dat verhaal moet verder gaan dan cijfers en euro’s; het moet aandacht hebben voor de mens. Wat betekenen al die afgesproken maatregelen concreet, en hoe zorgt men ervoor dat iedereen mee is? Want beleidsmakers riskeren zichzelf in de voet te schieten wanneer ze het loopbaanperspectief van de werknemer niet meenemen.
We kennen vandaag meer dan 500.000 langdurig zieken. Vanuit droge cijfers redeneren om de pensioenbonus en -malus te verantwoorden zal niet voor iedereen mobiliserend werken als dit fysiek of mentaal niet haalbaar is. Zonder aandacht voor het loopbaanperspectief riskeer je net een toename van deze groep. Gezondheid, zowel fysiek als mentaal, is immers een kritische voorspeller van het willen en kunnen aan de slag blijven.
Een loopbaan van 42 of zelfs 45 jaar klinkt logisch als dat gekoppeld is aan een langere levensverwachting. Maar die macro-redenering gaat niet op wanneer je als individu niet ziet hoe je dat kan volhouden, omdat de druk te groot is of de veranderingen te snel om bij te kunnen blijven. Want onze jobs veranderen in sneltempo – voor veel werknemers is het niet zozeer de vraag of ze langer willen werken maar wel of hun huidige job blijft bestaan. Denk maar eens aan hoeveel er op bijna een half decennium verandert in de wereld. Dit roept om duidelijkheid over hoe je dit als beleidsmakers mogelijk zal maken.
Het is naïef te denken dat mensen zonder begeleiding, zonder bijscholing en zonder aangepast werk de komende decennia zullen blijven meedraaien. Daar knelt het schoentje. Het zomerakkoord is een sociaaleconomische hertekening, maar het is geen sociaaleconomisch project. We hebben een wervend verhaal nodig over duurzame loopbanen. Een visie waarin we niet alleen spreken over productiviteit, flexibiliteit, langer werken of besparingen, maar ook over de vraag hoe mensen gezond, inzetbaar en gemotiveerd aan de slag kunnen blijven. Hoe we werk kunnen organiseren op een manier die mensen ruimte geeft om te groeien, te herstellen en zich aan te passen in een veranderende wereld.
“Werken moet lonen” is een uitdrukking die kwistig wordt gebruikt om het zomerakkoord te verdedigen. Natuurlijk moet er financiële rechtvaardigheid zijn, maar werken moet ook vooral de moeite waard zijn. We doen het ten slotte voor het grootste deel van ons leven. Van jong tot oud moet werken de moeite waard zijn en blijven, of je net start op de arbeidsmarkt maar net zo goed als je al dertig jaar ervaring hebt en geconfronteerd wordt met een andere realiteit dan toen je begon.
Het zomerakkoord is een stap, maar een halve. Flexibiliteit zonder toekomstvisie dreigt op termijn een boemerang te worden. Als we écht een veerkrachtige arbeidsmarkt willen, dan moeten we nu durven kiezen voor een beleid dat inzet op zingeving, gezondheid en groei, over de volledige loopbaan heen.